maandag 31 maart 2014

Excellent onderwijs als businessmodel, part 3






Het akkefietje met de opleiding van onze jongste is inmiddels opgelost: zittende studenten hoeven geen hoger collegegeld te betalen. Ook al had de opleiding daar naar eigen zeggen alle recht toe vanwege het accreditatietraject Kleinschalig en Intensief onderwijs. Pfieuw.

Achteraf bezien een aardige casus die maar weer eens bewijst hoe nieuw beleid in de praktijk uitpakt. En dat dat niet alleen te maken heeft met belangen en opportunisme (meer geld, wie wil dat niet?) maar ook met onduidelijkheid over hoe de nieuwe wet geïnterpreteerd moet worden en hoe deze conflicteert met bestaande wetgeving. Het Ministerie van Onderwijs lijkt het zelf ook allemaal niet te weten.

Zo kreeg de LSVB in eerste instantie van OCW te horen dat de nieuwe regeling echt alleen gold vanaf het moment dat het accreditatietraject in zou gaan. Dat staat namelijk in de WHW 6.7, lid 1.  Dat past ook wat binnen verbintenissenrecht te doen gebruikelijk is: bestaande overeenkomsten kun je niet zomaar veranderen. Bovendien moet je als student in staat zijn een reële afweging te maken voordat je je studie start, zeker nu je tegenwoordig niet meer dan vier jaar studiefinanciering krijgt. Ineens opleidingsvoorwaarden wijzigen, is mede om die reden niet redelijk noch billijk.

Maar OCW kwam op de eigen uitleg terug en vond dat er toch geen sprake kon zijn van een cohortgarantie. De regeling zou dus wel degelijk gelden voor zowel nieuwe als zittende studenten. Waarschijnlijk uit pragmatiek: omdat verschillende opleidingen deze faux pas al hebben gemaakt en claims met terugwerkende kracht een niet te overziene schadepost zou genereren. Dus wat doe je dan? Dan kies je eieren voor je geld. Zo zal het ongeveer zijn gegaan.

In ons geval heeft de opleiding bijtijds ingezien dat er grote kans bestond dat een rechter die collegegeldverhoging alsnog nietig zou verklaren. Daarvoor hadden er eenvoudig teveel studenten bezwaar gemaakt, mede met hulp van de LSVB. Maar hoewel ik er verguld mee ben dat de verhoging voor ons niet geldt, betekent het niet dat ik zorgeloos de toekomst tegemoet zie.

Want de grote verliezer blijft de student. Die kiest een studie en kan ineens geconfronteerd worden met collegegeldverhoging. Bezwaar maken en naar de rechter stappen blijft dan over, maar dat zie ik eerlijk gezegd weinig studenten van rond de twintig doen. Ze zitten in een afhankelijke positie, kennen de wet niet en ze moeten jaarlijks zestig studiepunten halen om op de opleiding te mogen blijven. Die hebben wel wat anders aan hun hoofd dan hun recht te halen.

En zo lijkt het inderdaad net alsof je nieuwe beleid een uitstekend idee was waar iedereen tevreden over kan zijn. Geen klachten, geen problemen. Dream on, mevrouw Bussemaker.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten